Thomas De Blogger

GOD IS MY COACH

My name is Michaël Stippelmans. I began racing my bike at the tender age of 16. I’m now (well) over 20 and my heart still beats for cycling. In fact, over the years, my passion for cycling has continued to grow, as too has my faith in Jesus Christ.

I reckon that I’ve already ridden the equivalent of twice round the world and, thanks to cycling, I’ve been to places that I would otherwise never have visited. I’ve pinned so many race numbers on my jersey that, if you put them all together, you could make several rolls of wallpaper out of them! You could also fill at least a couple of bathtubs with all of the tyres and inner tubes I’ve got through in my cycling career! In short, I’ve experienced many beautiful and unforgettable moments racing my bike and these memories put a big smile on my face. However, I’ve also experienced the flip side. I’ve crashed on several occasions, sometimes sustaining quite serious injuries. But I dust myself off and get back on my bike to continue the adventure. I think that God’s angels must be well trained and must all possess plenty of muscle to keep on protecting me from harm! Just recently, I was involved in a road traffic accident but I emerged unscathed. Sometimes I wonder ‘how many lives have I got left?’, as if I were in a computer game where you have several lives which you can use up until it’s eventually ‘game over’. However, in such games, you can also obtain extra lives. That’s what it’s like with God. On many occasions, he’s saved me and given me a new start. In my mind, the fact that I can tell you my story is the greatest evidence that God is not finished with me yet. In Mark 9:23, we read that “everything is possible for those who believe”. This isn’t just valid in sport but also in daily life: never give up! Fully trust God and take him on as your coach. He knows you inside out, from top to toe. He knows your strengths and your weaknesses and, most of all, he can also look into your heart. No other coach can do that. With God as your coach, you’ll always be on top form...


 

GOD IS MIJN COACH 

Mijn naam is Michaël Stippelmans. Als 16-jarige puber begon ik met competitiewielrennen. Ondertussen ben ik al ruim de 20 gepasseerd en fiets ik nog steeds met hart en ziel. De passie voor het wielrennen is in de loop der jaren alleen nog maar gegroeid, net zoals mijn geloof in Jezus Christus...

Ik vermoed dat ik al een paar keer de aarde heb rondgefietst. Dankzij het wielrennen ben ik op plaatsen geweest waar ik anders nooit zou gekomen zijn. Het aantal rugnummers dat ik op mijn trui heb gespeld, moet zoveel zijn dat je er verscheidene rollen behangpapier van kan maken! Om nog maar te zwijgen hoeveel binnen- en buitenbandjes ik versleten heb. Je zou er een paar badkuipen mee kunnen vullen!

Kortom, ik heb al ontzettend mooie en onvergetelijke momenten beleefd in de wielersport, waar ik met een brede glimlach naar terugkijk. Maar ik heb ook meermaals zwarte sneeuw gezien. Ik ben al verscheidene keren zwaar op het asfalt gesmakt, met soms zware gevolgen. Maar telkens klauter ik weer recht, en kan ik mijn fietstocht opnieuw voort zetten... Ik denk dat Gods engelen goed afgetraind en één en al spierbundels moeten zijn, om mij telkens opnieuw te beschermen!

Nog maar kort geleden raakte ik weer betrokken bij een verkeersongeval. Ik kwam er opnieuw ongeschonden uit. Soms vraag ik me af: 'Hoeveel levens heb ik nog over?'  Het is net een computerspelletje. Daar krijg je ook een aantal levens, tot die opgebruikt zijn en je uiteindelijk sterft. Maar je kan ook levens terugverdienen en terugwinnen. Zo is het ook bij God. Hij heeft me al zo vaak gered en nieuwe kansen gegeven. Door het feit dat ik nog alles kan navertellen, is dat voor mij HET bewijs dat God nog niet klaar bij mij is.

In Markus 9: 23 staat:  "Voor wie gelooft, is alles mogelijk."  Niet alleen als sporter maar ook in je gewone dagelijkse leven kan ik alleen maar aanraden om nooit op te geven. Vertrouw volledig op God en neem Hem aan als je trainer. Hij kent je vanbinnen en vanbuiten, van kop tot teen. Hij kent je sterke punten, maar ook je zwakheden. En vooral: Hij kan in je hart kijken. Dat kan géén enkele andere trainer doen. Met God als coach, ben je altijd veilig en in topvorm...

michaelgetuigenis

_________________________________________________________________________________________________________________________________

 

 

De lente... 

 
De lente... de vogels fluiten weer om 4 uur 's nachts en de wolken maken af en toe wat plaats voor de zon. Het is gewoon heerlijk om de warme zonnestralen op je gezicht te voelen, maar vooral ook op je benen. 't Is weer hoog tijd om de korte broek uit de kast te halen!
 
De lente... de periode waarin de doorwinterde wielrenner eindelijk zijn nieuwe outfit, fiets, helm, maar vooral ook zijn gladgeschoren gespierde benen kan showen tijdens de lange uren in het zadel. Eindelijk weer dat gevoel van spierpijn in de benen wanneer je 's avonds in bed ligt, eindelijk weer die bloedsmaak in de mond na een helse sprint bergop, eindelijk weer de competitie aanvangen.
 
De lente... de periode waarin de gepensioneerde wielertoerist zijn stalen ros van zolder neemt en zijn ongetrainde en behaarde benen aan dertig omwentelingen per minuut tracht rond te krijgen, op weg voor een duurtraining richting het stamcafé om in de heerlijke middagzon een pint (of drie) naar binnen te spelen en klaargestoomd de lange weg huiswaarts weer aan te vangen, om na een uurtje moe, maar voldaan in de zetel neer te ploffen.
 
De lente... gewoon heerlijk.
 
delente
 
 

 
 

(Top)sport en geloof: twee aparte wegen?

Met nog drie kilometer te gaan zit een bijna voltallig peloton in de veilige zone wat het klassement betreft. Als rasechte topsprinter trek je je daar echter niets van aan, en met nog zes ploegmaten voor je uit zit je perfect om gelanceerd te worden. Handen onderaan het stuur, wijsvinger voor alle veiligheid op de remgreep, met de volle concentratie op de weg, maar vooral ook op het achterwiel dat slechts enkele centimeter van jouw voorwiel verwijdert de weg baant, op de kasseitjes van de Champs-Élysées, op weg naar de mytische overwinning. Met nog vijf man, vier man, drie man voor je zoef je onder de rode vlag, na meer dan drieduizend kilometer is het tijd voor de allerlaatste. Net zoals de snelheid, gaat ook je hartslag de lucht in. “Deze is voor mij, de eeuwige roem komt mij toe, ik heb dit verdiend!” Met nog enkele honderden meter te gaan en nog één ploegmaat voor je, verzet je op het perfecte moment je rechterwijsvinger van de remgreep naar de versnelingsschakelaar, je schakelt naar het laatste kroontje, en stampt met meer dan 1.300 watt recht op tientallen fotografen af die jouw overwinning op papier zetten. Met meer dan een fietslengte voorsprong staat de rest niet eens op de foto, hij is zelfs helemaal voor jou, jij wint op de mythische Champs-Élysées, die van topfavorieten helden maakt.

markcavendish 

Topsport, het brengt de hartslag omhoog door enkel ernaar te kijken. Ik hou van sport, daarom doe ik het ook voor zolang ik me kan herinneren. Voor mij is topsport echter geen aparte weg, onafhankelijk van alles. (Top)sport gaat hand in hand met geloof; geloof in een God die hemel en aarde geschapen heeft, en die jou en mij gaven gegeven heeft. Voor de een is dat muziek, voor de ander studeren, voor weer een ander sport. Topsport vraagt gewoon om zeer veel training, daar ben ik het sowieso mee eens. Met een uurtje training per dag bereik je niets, zelfs niet als je acht uur per dag zou besteden aan gebed om God te vragen of Hij je kracht zou geven om die bepaalde westrijd – het wereldkampioenschap – te winnen. Waarom niet? Sport is gewoon niet Gods doel waarom we hier op aarde zijn. Toch hoef je geloof en (top)sport niet van mekaar te scheiden. God heeft je die gave gegeven. Als je geen talent bent, wordt het moeilijk – om maar niet te zeggen ‘onmogelijk’ – om de wereldtop te bereiken. Dat je dan ook wat meer moet trainen op korte passing, misschien wel, maar laat dat niet in de weg staan voor je spreken tot God.

 

Ik heb het voorrecht gehad om dit jaar op redelijk hoog niveau mee te draaien in het belofte-peloton. Ik weet wat het is om vele uren op de fiets door te brengen, om bij vriestemperaturen kilometers te malen, regen te trotseren, fietspech te hebben op veertig kilometer van thuis om dan maar met een slepend achterwiel naar huis te strompelen. Ik weet wat het is om in een peloton van 200 man stuur aan stuur aan 55km/h door de bebouwde kom te razen, te vallen omdat er iemand voor je valt en je uiteindelijk met onuithoudelijke pijn in de pols moet stoppen. Ik weet wat het is om een aanrijding te hebben waarbij de materiaalschade en daarmee de kosten hoog oplopen. Maar ik weet ook wat het is om onder de rode vlag in de spreekwoordelijke zetel te zitten, klaar om naar de overwinning te sprinten om dan uiteindelijk in de laatste bocht op tweehonderd meter net niet onderuit gereden te worden maar daardoor wel als dertigste over de meet te bollen. Ik weet wat het is om zelfs te proeven van de overwinning.

thomasdegryse 

Het is een heerlijke periode geweest, die ik niet zonder God had kunnen doorgaan. Hij was mijn gesprekspartner tijdens lange trainingen, maar vooral ook mijn beschermer op de weg. Ik had veel vaker moeten vallen – theoretisch gezien -, maar Hij is degene die iedere meter met me mee ging om me te beschermen. Hij is degene die me de gave gegeven heeft, en Hem komt echt alle lof en eer toe. Hij is het waard om geprezen te worden, en Hij is het waard om in mijn leven te regeren, op én naast de fiets. Hij heeft een plan voor mijn leven klaarliggen. Dit jaar is het hoofdstuk van de sport ten einde gekomen, en zal Hij me leiden in een nieuw hoofdstuk. Ik volg Hem, waar Hij me ook hebben wilt. God weet tenslotte wat het beste voor mij is, in mijn geval een leven naast de fiets.

 

Zoals ik al zei: ik hou van (top)sport, maar voor mij, en zoveel andere christenen – waaronder ook die ene profvoetballer die wat meer op korte passing moet trainen – gaan (top)sport en geloof hand in hand, en kan niemand van ons verwachten dat we geloof gaan laten vallen om een overwinning binnen te halen, zelfs niet voor een wereldtitel. Uiteindelijk kom je enkel via geloof in God in de hemel, en is een wereldtitel geen ticket om in de hemel te komen. Er is maar één weg tot God, en dat is via (geloof in) Jezus Christus. In de Bijbel lezen we niet zo iets als: “Allen die een wereldtitel op zak hebben, zullen de eeuwigheid aan Mijn rechterzijde doorbrengen.” Wel staat er dat “God had de wereld zo lief dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” (Johannes 3:16). Met een wereldtitel, een overwinning op de Champs-Élysées, de gele trui of meer trainen op korte passing, kom je niet in de hemel. Met geloven in God, spreken met Hem, wel. Gelukkig maar, een wereldtitel is namelijk maar voor één iemand per jaar; de redding echter die God voorziet via Zijn Zoon, Jezus Christus, is voor iedereen. God heeft jou(!!) persoonlijk lief, niet om wat je bereikt hebt, maar om wie je bent. En daarom heeft Hij Zijn enige Zoon gestuurd naar de aarde, om jou en mij te redden.

believe

 

Klinkt dit vaag? Misschien. Maar in ieder geval: er bestaat een hemel en een hel, en de plaats waar ik vooral niet wil belanden, is de hel. Ik wil zijn in Gods aanwezigheid, voor eeuwig, en dat is te vinden in de hemel. Je komt er via geloof. 

Verliezen is hard, verliezen is pijnlijk, maar wat nog pijnlijker is, is de eeuwigheid doorbrengen in de hel. De keuze ligt in jouw handen. Dit leven hebben we niet in de hand, de eeuwigheid echter wel. Waar zal jij de eeuwigheid doorbrengen, in de hel of in de hemel? Misschien wel dé belangrijkste vraag in het leven, laat hem niet onbeantwoord.

 

Dit artikel is geschreven door Thomas Degryse