Robbe Mellaerts - De nooit stoppende voorbereiding
DE NOOIT STOPPENDE VOORBEREIDING
Mijn naam is Robbe Mellaerts. Ik ben 25 jaar en woon in Kortenaken. Dit is mijn WAAW-verhaal.
Jarenlang heeft niemand dit verhaal gehoor. Niet mijn ouders en niet de meeste van mijn vrienden. Bij het afronden van mijn hoge school opleiding en de start van mijn professionele carrière in het sportmilieu heb ik onderstaand verhaal gebruikt om mensen te motiveren om hun doelen te bereiken.
In 2009 was ik geen uitgemergelde, afgetrainde 'atleet'. (ik ga het woord nog regelmatig gebruiken, ondanks ik het vaak nog steeds moeilijk heb om me zo te benoemen, maar het is een praktisch woord). Nee, ik had op 15 jarige leeftijd een BMI van 29. Lag er als eerste af bij de beeptest,.. Maar ik zag er geen kwaad in. Ik was wie ik was. Ik had een aantal vrienden, dacht ik. Tijdens een groepswerk Aardrijkskunde werd ik plots niet meer uitgenodigd door deze 'beste vrienden'. Na veel pogingen, in die tijd via msn, kreeg ik hun toch vast om te vragen waarom. Hun antwoord: ‘ge zijt te vet.’ Ik geloof dat elke puber op een gegeven moment wel zekere complexen heeft en dat zijn dan juist zaken die je niet wilt horen. Toch niet van zogenaamde vrienden. Ook sommige leerkrachten hadden hun vermaak om spot te drijven met mijn gestalte en haarkleur.
In de zomer van 2009 kochten papa en mama mij men eerste aluminium koersfiets. Een diamant met campa 9 speed versnellingen. Zo begon de microbe. Ik fietste graag, begon wat gezonder te leven en startte ook met fitness in de plaatselijk gym. Het overgewicht was al snel 10 kilo minder.
Terug op school, vol enthousiasme van het gewichtsverlies en de herboren ik, hoopte ik mijn vrienden terug gewonnen te hebben. Het overgewicht was toch het probleem, niet? Maar niets was minder waar. Leugenaar en spot kreeg ik in de plaats als ik zei dat ik 30 gemiddeld had gefietst. Als bewijs mijn sigma snelheidsmeter in de rugzak met daarop 29.99 gemiddeld. Geen 30 dus en gelach.
In 2010 sloot ik me aan bij het Jelly Belly Cycling Team om wedstrijden te kunnen rijden. Ik fietste graag maar makkelijk was het niet. Als ik met mijn mooie diamant naar school reed vond ik 's avonds bij het naar huis rijden deze vaak terug met leeg gelaten of leeg gestoken banden. Diezelfde jongens kwamen dan vragen om woensdag mee te gaan fietsen met daarachter de woorden :' We zullen 25 rijden, dan kunt ge volgen '. Facebook was ook een hype om spot te drijven dat koersen uitrijden in mijn eerste jaar moeilijk was. Maar ik bleef volhouden. Ik reed graag met de fiets… En daarbij, ik had familie en vooral mijn ouders die me enorm steunden. Eigenlijk in alles wat ik ondernam in het leven, maar op dat moment was het toch de koers dat mijn leven al beheerste. Ik vergeet nooit de woorden die mijn mama ooit zei: 'Ge hebt een hele hoop lef nodig om elke week naar een wedstrijd te gaan zonder te weten of ge kunt volgen en opnieuw en opnieuw.'
We maken een sprong in de tijd. Uiteindelijk moeten we toch ooit toe raken aan de prestaties van dit jaar. 2011 tot 2016 waren mooie koersjaren. Echte dikke resultaten waren er niet bij. Mooie selecties zoals bij de Beker van België, Ronde van Vlaanderen (beloften), Ronde van Namen en Oost Vlaanderen zijn de pronkstukken uit een korte koerscarrière. De koers kleuren kon ik op een goede dag wel.
In 2015 in mijn sportopleiding in het hoger onderwijs moesten we een aantal fysieke examens afleggen. De kerstloop en één kilometer zwemmen waren er twee van. Arne, die doorheen het hoger en nu nog steeds een heel goede vriend is, deed aan triathlon. Hoewel het duidelijk was dat ik de betere fietser was merkte we dat het competitiebeest in ons het niet kon laten om ook te vergelijken in deze twee andere sporten. Initieel draaide de weddenschap rond het deelnemen aan de kwart triathlon in Brugge als ik sneller liep op de 10km dan een klasgenoot die ook triathlon deed. Ondanks de bekken en polsfractuur in oktober en de loopwedstrijd in december liep ik sneller dan deze klasgenoot. Triathlon zei me nog niet veel op dat moment, laat staan de belofte nakomen met de deelname aan de kwart afstand in Brugge. Ik trachtte er op een ‘slimme’ manier er onder uit te komen door de weddenschap wat uit te breiden. 'Ik doe mee aan de halve afstand in Brugge als ik sneller zwem dan jou tijdens het examen'. Ik had uiteraard met opzet trager kunnen zwemmen maar aangezien dat net zoals de loopwedstrijd een deel van het examen was en je finishtijd je punt bepaalde gingen we voluit. We zwommen gelijk maar in een andere baan tikte ik 3 seconden sneller aan. Lap! Gelukkig was Brugge uitverkocht en de weddenschap verwaterde.. Tot ik plots 3 jaar later in juli 2015 een berichtje kreeg van Arne ‘Hey Mellaerts, herinnert ge u onze deal nog?’ ‘We gaan naar St-Malo in september en doen nen halve mee’.
De liefde voor de koers was al wat minder. Ik stemde toe en nam deel aan mijn eerste halve triathlon door de verloren/gewonnen weddenschap met Arne. 5u20 was de finishtijd. ‘Gechicked’ worden door mijn iets later (nu ex-) lief was toch een motivatie om in 2016 te trainen voor mijn eerste Ironman waar we samen aan zouden deelnemen. Ook Arne zou meegaan.
In 2016 laat ik mijn (ex) vriendin achter met een tijd van 4u40 op mijn 2e halve afstand. Een 6e plaats bij de 18-24 jarigen en een nieuwe triatleet was geboren. Het jaar nadien finishte ik derde op mijn eerste full distance Ironman. Na mijn sleutelbeenbreuk in februari en de snelle voorbereiding naar deze wedstrijd zat een tweede volledige afstand er niet meer in en zakte ik af naar Challenge Mallorca. Als 23 jarige kwalificeerde ik me voor het WK Challenge in Slowakije in 2018.
De eerste breuk in het vertrouwen met mijn (ex)vriendin kwam niet snel later. Aan tafel werd er in mijn ogen (laten we het wijden aan bovenstaand te lezen verleden) spot gedreven met de kwalificatie zoals: 'Het WK van den Aldi' en 'in Maastricht kan iedereen zich kwalificeren voor Hawaii'. Deze kwamen hard aan. Maar tot dusver had die mentaliteit van anderen ten opzichte van mij me alleen maar geholpen om doelen te bereiken die ikzelf ook nooit voor mogelijk had gezien. De trainingen kwamen wat later op gang door een drukke agenda op het werk, maar het ‘noodlot’ sloeg enkele maanden later toe. Jeroen, mijn trainingspartner en vriend, overleed aan hartfalen naast zijn bed in april 2018. De impact was enorm, de focus was ver weg en twijfel en angst vulde het hart om nog te sporten. Jeroen was niet de eerste sporter in ons milieu die de afgelopen 2 jaar overleed aan hartproblemen. Het WK draaide op niets uit. Sterk uit het water, een sterk fietsnummer maar 4 km ver in het lopen en met nog 17 km te gaan stond ik dubbel langs de kant. Ik finish de wedstrijd maar kijk er met weinig trots op terug. De dood van Jeroen voor het WK en talloze andere zaken draaiden uiteindelijk uit op een breuk van de relatie.
Onder een zekere vorm van afgunst van de beledigingen over de kwalificaties stelde ik me de kwalificatie voor het WK Ironman in Nice op als doelstelling voor 2019. Een kwalificatie in een uitverkochte zwaar bezette wedstrijd: de Ironman Aix en Provence. Mei 2019, daar zou het gebeuren. Niemand die ooit nog iets zou kunnen zeggen over een geluk,..
De progressie die ik maakte op korte periode in het lopen, fietsen en zwemmen waren aanzienlijk. Ik trainde gemiddeld 12-15 keer per week sinds 1/11/2018 met een gemiddeld volume van 12-20 uur per week. Top 10 in elke loopwedstrijd. Meestal zelfs top 5. Alles ging goed. Het volume van de trainingen werd goed verteerd. Maar dan.. Ziek. De week van de wedstrijd. 2 weken voor de wedstrijd was al het vertrouwen in mezelf en het kunnen plots weg want op het WK vorig jaar was het ook niet goed.. Ik word 50ste en mijn wereld stort in. Niet goed genoeg.. Ze hadden toch gelijk. Twee weken later Granfondo Schleck: DNf. De auto in na 60 km. Mentaal opgebrand. Het moet niet meer. De teller staat op 1200 km lopen in de benen, 6000 km fietsen en een goeie 400 km zwemmen.. Was dat het allemaal waard? Het lukt me toch niet meer. Eventjes een time-out dus ging ik naar extrema outdoor, een openlucht technofestival, en trainde ik al 2 weken niet.
De volgende 2 weken die daarna volgden waren gesprekken met mijn ouders tot lange diepe nachten om te zorgen dat ik de moed terug vond om de trainingen te hervatten. Maar geen trainingen zonder doel. Ik schrijf me in voor Ironman Slovenië één week na het WK waar ik dan toch niet start. Ik start minder ambitieus in enkele loopwedstrijden, maar in tegenstelling tot de start van het seizoen kan ik vrede vinden in top 15. Stelselmatig breng ik terug volume en intensiteit in mijn trainingsprogramma.
Het gaat goed en een paar weken later loop ik een duurloop van 20 km terug aan 13 gemiddeld. Die avond zie ik de wedstrijd ‘Triathlon van Vlaanderen’ verschijnen bij voorgestelde events. Racedate: deze zondag, kwart afstand. Ik schrijf me in, kijken waar ik sta,… En plots lukt het wel. 2e in Triathlon van Vlaanderen (22ste algemeen) en een PR (in triathlon) in het looponderdeel(10km). 13e algemeen in triathlon International Haute Meuse met een PR (in triathlon) in het looponderdeel (15km), 12e in de hel van Quedlinburg met opnieuw een PR op de 21km in triathlon. De Ironman in Slovenië waar ik me voor had ingeschreven vlak na de beslissing om toch verder te gaan komt korter.
No stress. Ik eet waar ik zin in heb en sta ondertussen 5 kg zwaarder. Ik volg men trainingen maar luister bovenal naar het lichaam. Ondanks een sterk 2e seizoensluik heb ik nog geen bewijs dat er nog een degelijke prestatie inzit op een massa-event zoals Ironman. De stress en teleurstelling van IM Aix en het WK zitten nog altijd in het hoofd, maar het luisteren naar het lichaam brengt mentale rust.
Op zondag 23 september start ik zonder stress. Ik start om 9u aan het zwem onderdeel rond plaats 300. No pressure. Niet zoals in Frankrijk. Ik zie wel waar ik uitkom. We duiken het water in en ik merk dat ik 1 voor 1 atleten opraap. Ik klok af op 2.1 km op 33'. Goed gezwommen, is wat er in het hoofd zit. Niet zoals in Frankrijk, waar dat al een mentale tik was 'want ik ging toch rond de 30' uit het water komen'. Ik zoek een tempo op de fiets maar wel doordacht na de verkenning van donderdag. 2 repen binnen 18 km hebben voorrang op een hogere gemiddelde snelheid. Nadien is het klimmen en ga ik energie nodig hebben. Tijdens de eerste van 2 beklimmingen van allebei om en beide 7 km raap ik atleet na atleet op. Ik rij letterlijk 2-3 km/h sneller dan de rest berg op zonder in het rood te gaan. Het zelfvertrouwen stijgt want elke atleet die ik passeer kijkt me na met ongeloof van de snelheid (of misschien is het dat de fiets er ook fantastisch uitziet, maar het eerste geeft een betere feel good tijdens de wedstrijd). Op km 45 de laatste reep in de afdaling om dan nog een gelletje te nemen tussen km 70 en 90. Voor de transitie, neem ik de tijd om het lichaam af te koelen en de bidonnen water leeg te spuiten op de gloeiende benen. Klaar voor het loopnummer. In quedlinburg liep ik 4.19'/km dus dan moet het hier ook lukken. De benen voelen nog niet volledig leeg aan, de ijlheid in het hoofd van 3u15 fysieke en mentale inspanning is aanwezig maar te tolereren. Na de wissel start ik voor een lus van 21,2 km lopen. De voorbereidende wedstrijden hebben ervoor gezorgd dat ik ondertussen exact wist wanneer ik een gelletje nodig had. Op km 7 en 14 neem ik nog wat suiker in om zo de 21.2 km af te haspelen op 1u31. 4:16/km, een 2e record op de halve marathon in een triathlon. Sneller, oef.
Dit had ik nodig, ondanks het ongeloof van sommige anderen zit een goede prestatie er nog wel in. Het ultieme doel blijft nog steeds een ticket naar de Iron Man van Hawaï. Het WK op de full distance. Wanneer? Misschien volgend jaar of het jaar nadien? We zien nog wel...
Jullie horen nog van mij!
Robbe Mellaerts